Heupdysplasie bij honden


Heupdysplasie is een aandoening die veel bij honden voorkomt. Het betekent dat de heupen abnormaal zijn gevormd. De heupkoppen passen hierdoor niet goed in de heupkommen. Dit veroorzaakt pijn en vaak problemen met lopen.

Het heupgewricht
Het heupgewricht van honden is net als bij mensen opgebouwd uit een heupkom waarin de ronde heupkop van het bovenbeen draait. Het gewricht is bekleed met kraakbeen en in het gewricht zit de gewrichtsvloeistof die zorgt dat de verschillende onderdelen soepel langs elkaar kunnen bewegen. Om het gewricht heen zit een gewrichtskapsel. Een gewrichtsband en de bekkenspieren zorgen dat de heupkop stevig in de heupkom blijft liggen.

Heupdysplasie
Bij heupdysplasie is het heupgewricht niet goed ontwikkeld. Bij een pup zijn de gewrichtsband en de bekkenspieren vaak nog niet sterk genoeg en ligt de heupkop wat losser in de heupkom. Als er te veel speling in het gewricht aanwezig is kunnen er problemen ontstaan:

  • Het gewrichtskapsel wordt opgerekt
  • Het kraakbeen raakt beschadigd door verkeerde beweging in het gewricht.
  • De heupkom groeit onvoldoende uit.
  • De heupkop plat af.
  • Door deze afwijkingen sluiten alle onderdelen in het gewricht nog minder goed aan. Op de plaats van de beschadigingen kan daarnaast botnieuwvorming (artrose) ontstaan. Het gewrichtskapsel wordt dikker en stijver, waardoor het heupgewricht minder beweeglijk wordt.

Hoe ontstaat heupdysplasie?
Vaak is de aanleg voor heupdysplasie erfelijk bepaald maar er spelen wel meerdere factoren een rol:

  • Te veel beweging als pup
  • Verkeerde beweging als pup
  • Te snelle groei
  • Overgewicht bij de pup
  • Verkeerde voeding

Deze factoren kunnen de ontwikkeling van het heupgewricht negatief beïnvloeden.

Op welke leeftijd wordt heupdysplasie zichtbaar?

De eerste klachten worden vaak zichtbaar als uw pup tussen de 4 en 10 maanden oud is. De symptomen kunnen hierbij wisselen:

  • Uw pup kan kreupel lopen.
  • Uw pup kan minder zin hebben om te spelen of vaker zittend/liggend spelen.
  • Uw pup kan moeite hebben om te gaan staan, zitten of liggen.
  • Pups kunnen heel schommelend lopen met de achterhand.
  • Als uw pup rent kan hij zich afzetten met beide achterpoten tegelijk, in plaats van zijn poten 1 voor 1 en schuin achter elkaar te plaatsen. Het zogenaamde ‘bunny hopping’.
  • De achterpoten van de pup staan vaak dicht bij elkaar.

Ook oudere honden kunnen last hebben van heupdysplasie. Op oudere leeftijd ziet u meer algemene symptomen die passen bij artrose, zoals:

  • Stijve achterhand
  • Kreupel na inspanning
  • Moeite met opstaan
  • Minder spierontwikkeling in de achterhand
  • Moeite met springen en traplopen.
  • Deze symptomen zijn niet voldoende om de diagnose te stellen.

Hoe wordt de diagnose heupdysplasie gesteld?

De diagnose wordt gesteld door de dierenarts. Vanuit de anamnese en het lichamelijk onderzoek wordt vaak al een aanwijzing verkregen. De diagnose wordt bevestigd door middel van het maken van röntgenfoto’s van de heupen. Voor een goede beoordeling van de röntgenfoto’s wordt geadviseerd deze foto’s te maken onder sedatie. Als uw pup klachten heeft is het advies om in ieder geval voor 6 maanden leeftijd de diagnose heupdysplasie al dan niet te stellen, omdat u dan nog de meeste opties en de beste slagingskans hebt van behandeling.

Hoe wordt heupdysplasie behandeld?

Er zijn verschillende manieren waarop heupdysplasie kan worden behandeld. De behandeling is vaak afhankelijk van het stadium/de leeftijd waarop de aandoening wordt ontdekt, het gewicht van de hond, de veranderingen die al dan niet al in het gewricht aanwezig zijn, maar natuurlijk ook de financiële mogelijkheden van de eigenaar.

De behandelingsmogelijkheden zijn als volgt:

Conservatief (ondersteunend)
Heupdysplasie zorgt voor pijn. Dit moet dus worden aangepakt. De meest gebruikte medicatie zijn de niet steroïde ontstekingsremmers (NSAID’s). Hiermee wordt de pijn gestild. Daarnaast wordt ook de ontstekingsreactie in het gewricht aangepakt. Naast de pijnstilling en ontstekingsremming moet naar het bewegingspatroon van uw hond gekeken worden en moet uw hond een gezond gewicht krijgen of houden. Eventueel kan deze behandeling worden gecombineerd met fysiotherapie waarbij gewerkt wordt aan de spieropbouw. Eventueel kunnen voedingssupplementen worden gegeven die de gewrichten ondersteunen. Denk hierbij aan omega-3 vetzuren en/of glucosamine/chondroitine sulfaat en producten die specifiek werken op het moment dat er kraakbeenschade is, zoals de Flexadin Advanced. Ook kan een speciale voeding worden gegeven ter ondersteuning van de gewrichten, zoals de Royal Canin Mobility C2P+ of de Hill’s J/D.

Operatie
Afhankelijk van de leeftijd van de hond, de grootte van de hond en de veranderingen die al in het gewricht aanwezig zijn kan voor een operatie worden gekozen als behandeling van heupdysplasie. Hiervoor zijn verschillende technieken:

Juvenile pubic symphysiodesis: Deze techniek kan bij hele jonge honden (12-18 weken oud) worden uitgevoerd. Door deze ingreep zou de groei van het bekken worden aangepast, waardoor het gewricht zich beter zou ontwikkelen. Deze ingreep wordt niet vaak uitgevoerd, omdat pups op deze leeftijd vaak nog geen klachten laten zien en de diagnose dus lastig is te stellen. Ook weet u op dit moment niet of uw pup daadwerkelijk last gaat hebben van heupdysplasie.
De bekkenkanteling (triple pelvic osteotomy of TPO): Deze operatie wordt alleen gedaan op het moment dat er nog geen botveranderingen zijn ontstaan en de heupen niet te ver uit de kom liggen. Het bekken wordt hierbij operatief op 3 plaatsen gekanteld, zodat er een betere aansluiting ontstaat tussen heupkop en heupkom. Als alternatief op deze ingreep kan worden gekozen voor de ‘double pelvic osteotomy’. Na deze operatie is er meer stabiliteit in het bekken direct na de operatie en herstelt de hond sneller.
Heupkop resectie: Bij deze operatie wordt de heupkop verwijderd. De spieren en het kapsel rond het heupgewricht gaan de heup stabiliseren. Deze operatie kan ook worden uitgevoerd als er al botveranderingen zijn, maar is minder geschikt voor honden van grotere/zware rassen.
Kunstheup: Als laatste optie kan er nog een kunstheup worden geplaatst. Dit is een dure operatie, maar kan goed helpen op het moment dat er veel artrose is gevormd in het gewricht.
Het doel van deze operaties is vooral dat de pijn wordt verminderd. Elke operatie heeft natuurlijk risico’s op complicaties. Houdt er daarnaast rekening mee dat er een flinke nazorg is gekoppeld aan een operatieve ingreep. Dit kan meerdere weken in beslag nemen. Uw hond moet echt revalideren. Laat u vooraf dus goed informeren over de voor- en nadelen van een operatie, de kosten en natuurlijk de prognose voor uw hond.

Wat kan ik doen om heupdysplasie bij mijn hond te voorkomen

Op het erfelijke deel van de heupdysplasie heeft u zelf weinig invloed. Er zijn een aantal hondenrassen die extra gevoelig zijn voor de ontwikkeling van heupdysplasie. Wilt u een hond van een gevoelig ras aanschaffen, laat u dan goed informeren door de rasvereniging. Vaak moeten fokkers aan strenge eisen voldoen voordat met een hond mag worden gefokt. Deze honden hebben vaak een stamboom. Een stamboomhond geeft geen garantie, maar geeft vaak wel de zekerheid dat de ouderdieren zijn onderzocht op heupdysplasie en (in zekere mate) vrij van deze aandoening.

Wat kunt u wel zelf doen?

Zorg dat uw hond een juist gewicht houdt of krijgt: Voorkom dus overgewicht. Dit is natuurlijk niet alleen belangrijk in het voorkomen van heupdysplasie, maar voor vele andere afwijkingen!
Zorg voor de juiste beweging van uw pup: Voor een hondje met aanleg tot heupdysplasie is het belangrijk dat de bekkenspieren zich goed ontwikkelen. Beweging is dus belangrijk, maar wel op een verantwoorde manier. Rechtlijnig bewegen is hiervoor het beste, zoals fietsen (niet bij hele jonge honden!) en zwemmen. Voorkom bewegingen waarbij uw hond veel moet draaien, zoals spelen met een bal. Hetzelfde geldt eigenlijk voor spelen met andere honden. Voor pups is spelen met andere honden natuurlijk wel belangrijk voor de sociale ontwikkeling, maar probeer uw pup niet te laten spelen met te grote, zware en wilde honden. Geen trappen op en af rennen. Traplopen kan best, maar rustig. Dit moet u dus trainen. Laat uw hondje ook niet spelen op een gladde ondergrond, omdat hij hierop makkelijk kan uitglijden wat weer slecht is voor de gewrichten.
Zorg voor de juiste voeding voor uw hond, afgestemd op de leeftijd en het (volwassen) gewicht van uw hond: Een pup van een klein ras stelt andere eisen aan zijn voeding dan een pup van een reuzenras. Het is belangrijk dat alle voedingsstoffen aanwezig zijn, maar ook in de juiste verhouding. Vooral belangrijk voor de groei van uw pup is de verhouding tussen calcium en fosfaat.


Tot slot…
Let goed op het gewicht, het bewegen en de voeding van uw hond.
Let goed op de groeiontwikkeling van uw pup. Ga op tijd naar de dierenarts als u twijfelt over de ontwikkeling van uw pup. Hoe eerder de diagnose kan worden gesteld, hoe meer kans u heeft op een succesvolle behandeling.
Heupdysplasie is voor een deel erfelijk bepaald.

Laat u dus goed informeren voordat u een pup aanschaft. Vraag aan de fokker de onderzoeksresultaten van beide ouderdieren.

De club legt de volgende normen op:

  • HD-A X HD-A is toegestaan,
  • HD-A X HD-B is toegestaan,
  • HD-A X HD-C is toegestaan,
  • HD-B X HD-B is toegestaan,

Andere combinaties zijn niet toegestaan!!