Geschiedenis

De ontwikkeling van de Tibetaanse Terriër in Europa en Amerika hebben we te danken aan de Engelse Mrs. A.R.H. (Agnes) Greig, een vrouw die haar mannetje staat. Na de Eerste Wereldoorlog wordt zij lid van de Women’s Medical Service of India. In 1918 wordt ze uitgezonden als chirurg naar een hospitaal in Cawnpore (nu Kanpur), India, dicht bij de grens met Tibet. Omstreeks 1920 voert Agnes Greig een geslaagde operatie uit bij een Tibetaanse vrouw, die een groot gezwel op haar eierstokken heeft. De patiënte is met haar man en alle levende have naar Cawnpore gekomen, een gewoonte die we nu nog zien. De familie mag in het ziekenhuis logeren, maar de dieren die ze bij zich hebben moeten elders worden ondergebracht. Aan een hoogdrachtig teefje, Lilly genaamd, biedt dr. Greig tijdelijk onderdak aan in haar bungalow. Bij wijze van dankbaarheid voor de geslaagde operatie krijgt zij een pup van Lily. Dit hondje, ‘Bunti’ (ook gespeld als ‘Bunty’) genaamd, heeft een goudkleurige en witte vacht. Dr. Greig is zo gecharmeerd van ‘Bunti’ dat ze vraagt of ze haar mag inschrijven op de Delhi Dog Show in India. Omdat de keurmeesters nog nooit een hondje als ‘Bunti’ hebben gezien, stellen ze dr. Greig voor om een soortgelijke reu aan te schaffen en drie generaties te fokken om te kunnen zien of ‘Bunti’ raszuiver is. Daarna kan erkenning als rashond worden aangevraagd. Vanuit de historie van rashonden weten we: geef een Engelsman (c.q. een Engelse) twee honden en ze maken er een ras van. Bij de Tibetaanse Terriër is de start om drie generaties homogene types te fokken niet al te ingewikkeld. Deze hondjes worden immers al honderden, misschien wel duizenden jaren, in de kloosters van Tibet, zuiver gefokt. Er bestaan ietwat verschillende versies van dit verhaal, want ook al is de geschiedenis van de Tibetaanse Terriërs in Europa vrij recent, de literatuur is niet altijd even eenduidig.

 

 

LADKOK, LATER LAMLEH Bekenden van dr. Greig zorgen voor een reu, ‘Rajah’ genaamd. In 1924 wordt het eerste nest van ‘Rajah’ en ‘Bunti’ geboren; het tweede in 1925. Als dr. Greig een jaar later voor tien maanden met verlof naar Engeland gaat, neemt ze drie honden mee: ‘Bunti’, diens dochter ‘Chota Tukra’ en een reutje uit het tweede nest, ‘Ja-Haz’. The Kennel Club registreert het drietal als Lhasa Terriers; zij vormen de basis voor de kennel ‘Ladkok’, die later ‘Lam-leh’ heet. Net als bij de meeste hondenrassen, is in het begin van de fokkerij inteelt nodig, domweg omdat er geen andere keuze is wil men homogene nakomelingen willen. Het eerste in Engeland geboren nest is daarom een moeder x zoon paring; in dit geval ‘Bunti’ x ‘Ja-Haz’. In 1927 worden er uit deze combinatie drie reutjes geboren: ‘Mr. Binks’, ‘Burrah Sahib’ en ‘Bodmash’.Echter, Indiase keurmeesters zijn ervan overtuigd dat Agnes Greigs honden géén Lhasa Terriërs zijn en men noemt haar honden Tibetaanse Terriërs.

 

 

Overigens heeft dr. Greig het talent van fokken en tentoonstellen niet van een vreemde; haar moeder fokt Cocker Spaniels in Essex.In 1930 wordt door de Indiase Kennel Club een standaard opgesteld; The Kennel Club sluit zich een jaar later hierbij aan. Als dr. Greig naar India terugkeert neemt ze één reutje – ‘Mr. Binks’ – uit het nest van 1927 mee; de overige honden blijven bij haar moeder. ‘Mr. Binks’ wordt de eerste World Champion binnen het ras en wint ook nog vier Challenge Certificates.

 

 

 

Bron: onzehond.nl